maandag 3 november 2014

Interview Karen Dierickx

Wanneer en waar bent u geboren?

Ik ben geboren in Beveren-Waas op 6 februari 1975

Hoe oud was je toen je dacht: 'ik wil boeken schrijven'?

Al van toen ik 6 was. We lazen vroeger veel boekjes in het lager en ik schreef altijd super graag een vervolg.

Wat is volgens jou het mooiste aan schrijven?
Er zijn veel mooie aspecten aan schrijven.
Vóór het schrijven is dat het puzzelen: het verhaal bedenken, de verhaallijnen uitzetten, informatie bij elkaar zoeken ja, zelfs een beetje God spelen die een “nieuwe” wereld schept en daar personages in neerplant.
Tijdens het schrijven is er niks zo leuk dan als het verhaal zichzelf vertelt.
Na het schrijven is het moment waarop ik voor het eerst het boek in handen houd heel bijzonder. Wat begon als een vaag idee is dan een echt boek geworden, met een kaft en een cover en al die witte bladzijden die zijn gevuld met mijn woorden, die daar voor altijd zullen staan - wat meteen ook de reden is waarom ik mijn eigen boeken nooit lees.
Een ander mooi, maar ook wat angstig, moment zijn de ontmoetingen met lezers – zelfs als ze mijn boek niet zo mooi vonden!

Hoe lang werk je aan één boek?

Dat hangt er vanaf. Het is totaal verschillend over het nadenken van het boek en het effectief schrijven van een boek. Aan het boek 'Een teken van leven' heb ik in totaal vier jaar aan gewerkt. Ik werk door maar niet altijd, soms zit er een periode tussen van zeven maanden en soms werk ik maar één uur per dag. Ik twijfel nogal veel. De mooiste zomer van mijn leven is dan weer geschreven op vijf maanden tijd, aan het vervolg erop heb ik twee jaar gewerkt.

Waarom schrijf je verhalen of boeken die gebaseerd zijn op waargebeurde/historische feiten?

Ik heb niet genoeg fantasie om fantasieboeken te schrijven. Ik heb de werkelijkheid nodig.

Wanneer schrijf je het liefst?

Als mijn kinderen op school zijn, 's avonds in het weekend en soms als ik niet kan slapen 's nachts.
Naast mijn hoofdkussen ligt een notitiebloc en een pen om alle nachtelijke invallen te noteren. In elk geval heb ik rust en stilte nodig, niet enkel om me heen maar ook in mijn hoofd.

Is schrijven moeilijk?
Als het verhaal zichzelf vertelt, is schrijven zowat het heerlijkste wat je kunt doen. Maar soms is het knap lastig en gaat het moeizaam, bijvoorbeeld als een personage rebelleert tegen mijn plannen, zich niet zomaar iets laat opdringen. Dan kan het wel eens piekeren en zwoegen en tandenknarsen worden, tot ik uitroep: ‘Ik stop ermee, ik doe het nooit meer!’ Maar telkens begin ik opnieuw – ik kan het niet laten, en het verhaal dwingt me ertoe om verteld te worden: pas als het verteld is, laat het me los.

Wat vind je zelf je mooiste boek?
Het boek dat in mijn hoofd zit wat uiteindelijk op papier komt, is toch altijd net iets anders.

Welke boeken lees je zelf graag?
Ik heb altijd veel en graag gelezen. Mijn eerste favorieten waren vooral de boeken van Jan Terlouw, Thea Beckman (haar historische romans!) en Tonke Dragt: De zevensprong heb ik letterlijk stuk gelezen (mijn eigen exemplaar, niet het boek van de bib!). Later werd Oeroeg van Hella S. Haasse één van mijn lievelingsboeken; nog later verdiepte ik me in de wereldliteratuur. Nu probeer ik vooral mijn collega’s te volgen en “bij te blijven”.

Hoe begin je aan een verhaal/boek?
Alles begint met een idee of een vage verhaallijn. Daar blijf ik over nadenken, ik begin informatie bij elkaar te zoeken, het vage idee wordt gaandeweg concreter en krijgt vorm: personages worden geboren, verhaallijnen worden verder uitgewerkt. Als ik dat allemaal in mijn hoofd heb zitten, maak ik een schema, het verhaal van begin tot einde. Voor ik dus echt begin te schrijven, staat het verhaal min of meer vast – min of meer, zeg ik, want dikwijls word ik zelf nog verrast door een plotse wending in het verhaal - iets wat ik zelf niet had voorzien en soms heel ongelegen komt.

bron: 
http://karendierickx.wix.com/karendierickx#!gallery/czpa


met Marthe Vanden Berghe en Nel Vergaert





Geen opmerkingen:

Een reactie posten