zondag 2 november 2014

Literair: Interview, Nicola Goderis

Interview met KAREN DIERICKX


Vanaf waneer wist je dat je een schrijver givng worden?


Al van toen ik zes was, wist ik dat ik “later, als ik groot ben” boeken wilde schrijven. Ik begon alvast met vervolgverhaaltjes met de hoofdpersonen uit mijn eerste leesboekjes: Piet de mus, Joep en Kees, Plons de gekke kikker - een verhaaltje over Plons werd voorgelezen in het (toenmalige) BRT-jeugdprogramma Zeppelin (en ook al is dat lang, lang geleden, ik kan nog steeds voelen hoe trots ik daarop was). Veel van die verhalen heb ik gebundeld; ik bewaar ze in een plastic zak op zolder (heel wat plezier heb ik eraan beleefd, maar geschikt voor publicatie zijn ze niet). Ondertussen las ik zowat elk boek dat ik in handen kreeg. Op school waren mijn favoriete vakken opstellen schrijven en geschiedenis. Later ging ik studeren voor licentiaat/master vertaler Nederlands-Engels-Spaans, en volgde ik een Aanvullende Studie in de Internationale Politiek en de lerarenopleiding.
Hoe begon je?
In 2003 zond ik het verhaal “Naar Europa” in voor de John Flandersprijs voor het beste Vlaamse Filmpje van Uitgeverij Averbode en won daarmee de hoofdprijs.
Tot op vandaag zijn er negen Vlaamse Filmpjes verschenen:

  • Als de aarde beeft (VF 3120, februari 2003)
  • Naar Europa (John Flandersprijs 2003, VF 3150, september 2004)
  • Reis naar een onzekere toekomst (VF 3154, november 2004)
  • Ontvoerd! Deel 1 (VF 3180, februari 2006)
  • Ontvoerd! Deel 2 (VF 3181, februari 2006)
  • Wardje en Singh (VF 3201, maart 2007)
  • Lina en de olifant (VF 3224, april 2008)
  • Elena, zonder H (VF 3279, maart 2011)
  • Een trol op zolder (VF 3290, december 2011)

Wat Was je eerste boek?
In 2010 verscheen mijn eerste jeugdroman Een teken van leven bij Uitgeverij Clavis. In 2011 volgde De mooiste zomer van mijn leven.
Veel van mijn werken zijn ook verschenen als DAISY-luisterboek of brailleboek bij de Luisterpuntbibliotheek.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Het moet zowat de meest gestelde vraag aan een schrijver zijn, en het antwoord is niet zo eenvoudig. Naar mijn gevoel zoek ik als schrijver geen verhaal, maar zoekt een verhaal mij. Er zijn immers zoveel verhalen die het verdienen om verteld te worden, waarom wordt het dan net dat éne? Op het eerste gezicht gebeurt het toevallig; je hoort iets - het kan van alles zijn: een nieuwsfeit, een historisch feit, een weetje, een roddel - of je ziet iets - een foto, een beeld, een gekkigheid – en op de een of andere manier raakt dat iets je, het blijft aan je kleven, het laat je niet meer los, het dringt zich aan je op, het geeft je het gevoel dat je er iets mee moet doen. In het geval van een schrijver wordt dat een verhaal.
Hoe begin je aan een boek?
Alles begint met een idee of een vage verhaallijn. Daar blijf ik over nadenken, ik begin informatie bij elkaar te zoeken, het vage idee wordt gaandeweg concreter en krijgt vorm: personages worden geboren, verhaallijnen worden verder uitgewerkt. Als ik dat allemaal in mijn hoofd heb zitten, maak ik een schema, het verhaal van begin tot einde. Voor ik dus echt begin te schrijven, staat het verhaal min of meer vast – min of meer, zeg ik, want dikwijls word ik zelf nog verrast door een plotse wending in het verhaal - iets wat ik zelf niet had voorzien en soms heel ongelegen komt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten